gv1986

gv1986
  • Membre depuis le 07/05/2006
  • Nombre de critiques : 44
Publié le 28 mars 2006
De Nederlands-Palestijnse regisseur Hany Abu-Assad heeft zich met ‘Paradise Now' gericht op films die de situatie van de Palestijns-Israelische situatie als onderwerp hebben. Hij heeft gekozen voor een wel erg politiek gevoelig onderwerp. Als je het psychologische portret ophangt van twee Palestijnen die een zelfmoordaanslag moeten plegen in naam van Allah, weet je dat je sowieso bakken kritiek over je heen gaat krijgen. Een relatief onbekende film bij het grote publiek, maar ongetwijfeld de meest controversiële film van het jaar. 'Paradise Now' gaat over twee vrienden: Said en Khaled. We volgen hen in hun laatste levensuren. Ze hebben beide een eenvoudige job als automechanicus. Bijna niemand weet het, maar de twee mannen zijn al een hele tijd aangesloten bij een radicale organisatie. Daar staan ze op een wachtlijst en wanneer ze eindelijk te horen krijgen dat ze zich mogen opofferen voor de ‘goede zaak' kan hun geluk niet meer op. Eindelijk krijgen ze de kans om te strijden voor de vrijheid. Maar wanneer de bommen daadwerkelijk aan hun lijf worden gebonden begint een van de twee, Said, de ernst en de gevolgen van de hele zaak in te zien en twijfelt hij aan de zinvolheid van de aanslagen. Suha, de dochter van een zelfmoordenaar, probeert hen van de zinloosheid te overtuigen. De grootst geuite kritiek op ‘Paradise Now' was, en is nog steeds, dat Said en Khaled veel te menselijk werden voorgesteld. Dezelfde kritiek werd enkele jaren geleden geuit op het geweldige ‘Der Untergang'. Het feit dat Abu-Assad de terroristen als mensen voorstelt en niet als afgrijselijke monsters wil niet noodzakelijkerwijs zeggen dat hij hun daden ook goedkeurt. Het zou nogal naïef zijn om alle terroristen als monsters af te schilderen. Net zoals Hitler, die veel gaf om bepaalde personen en om zijn hond, hebben de terroristen mensen om wie ze geven en mensen die om hen geven. Offeren ze zich niet op om vrijheid te verkrijgen voor hun familie en hun volk? Dan moet je toch een woord als liefde in je woordenboek hebben staan. Het sterke aspect van deze film is dat ‘Paradise Now' geen oordeel velt over het nog steeds heersende conflict tussen Israëli en Palestijnen. Integendeel. Wat deze film wel doet is het in beeld brengen van de psychologische strijd die de terroristen leveren, de beweegredenen die hen tot zo een aanslag aanzetten, zonder hierover te oordelen. Meestal zijn deze redenen te zoeken op religieus vlak. Merkwaardig genoeg speelt de Islam slechts een zeer geringe rol in deze film. Abu-Assad heeft hier ook een sluitende verklaring voor: de islam zorgt voor de rechtvaardiging, maar de oorzaak is de Israëlische bezetting. Maar ook de argumenten tegen zelfmoordaanslagen worden aangebracht. De achtergrond van de personages is hierbij toch wel van enig belang. Enerzijds hebben we Said en Khaled die zijn opgegroeid in bezet gebied en hun hele leven lang hebben gehoord dat Israël de grote vijand is. Als je datzelfde argument dag na dag hoort, wordt je na verloop van tijd zo geconditioneerd dat je niets anders meer gelooft, wat anderen ook mogen beweren. Dagelijks worden Said en Khaled geconfronteerd met geweld en zodoende geloven ze dat er geen ander middel is om de strijd tegen de bezetting te winnen. Anderzijds hebben we Suha wiens vader is gestorven in een zelfmoordaanslag. Bijgevolg hebben Said en Khaled enorm veel respect voor haar. Suha wil echter opteren voor alternatieven. Ze is niet opgegroeid tussen al het geweld omdat ze een hele tijd in andere landen verbleven is en dus niet het geweld ziet dat de twee jongens dag in dag uit moeten aanschouwen. Ook leeft zij niet in zulke ellende als Said en Khaled, maar in een van de mooiere wijken met de grotere huizen. ‘Paradise Now' is opgenomen in de door Israël omsingelde en op de Westoever gelegen Palestijnse stad Nablus, en in Nazareth. Wanneer we de aangrijpende beelden van de geruïneerde stad Nablus zien begrijpen we meteen hoe ernstig de situatie werkelijk is, Deze beelden staan in schril contrast met de beelden van het rijke Tel-Aviv. Toch is ‘Paradise Now' geen echte prachtfilm geworden. Een prachtige scène zoals diegene waarin Said een verklaring aflegt en laat opnemen als nalatenschap voor zijn familie, wordt finaal verprutst wanneer blijkt dat de camera niet werkt en het geheel moet worden overgedaan tot driemaal toe. In een andere film was het misschien komisch geweest, in deze film is het echter storend. Het is en blijft een riskante opgave, om een film met een dergelijk thema te draaien. Abu-Assad heeft met deze film ongetwijfeld de discussie over het conflict weer doen opwakkeren. Het einde is een beetje cliché, maar is wel op een mooie manier in scène gezet: een lang wit shot gevolgd door een geluidloze aftiteling. Hoe je het ook draait of keert, dat raakt. ‘Paradise Now' mocht al enkele prijzen in de wacht slepen waaronder een Golden Globe. In Berlijn kregen Abu-Assad en zijn medescenarioschrijvers Bero Beyer een European Filmaward voor Beste Scenarioschrijver. Amnesty International schonk hun filmprijs aan ‘Paradise Now' en in Nederland won de film de Gouden Kalveren voor Beste Film en Beste Montage. Al bij al is ‘Paradise Now' een degelijke film geworden over een pikant onderwerp. Het debat over de zaak Israël/Palestina zal weer hevig opflakkeren.

Publié le 27 mars 2006
Ik geloof dat er bij iedereen wel een belletje rinkelt als de naam Muhammad Ali genoemd wordt. Ook slaagt iedereen er nog in om hem te associëren met de bokssport, maar wat verder? Ali was toch ook een mens? Toch kan het overgrote deel van de bevolking de naam Ali alleen maar linken met het boksen. Deze film, ‘Ali' van regisseur Michael Mann, brengt hier min of meer verandering in. 'Ali' is een biopic, maar toch komt niet het gehele leven van Cassius Clay, alias Muhammad Ali, ter sprake. Michael Mann richt zich op de tien meest interessante jaren in het leven van het boksicoon: de periode tussen 1967 en 1977. Niet alleen won Ali het wereldkampioenschap voor de zwaargewichten in 1967, een van de hoogtepunten in zijn carrière, maar we zien ook nog andere aspecten van de bokser. Zo kant hij zich duidelijk tegen de oorlog tegen Vietnam, bekeerde hij zich tot de islam en sloot zich aan bij de organisatie Nation Of Islam. Verder weigert hij zijn legerdienst, wordt zijn maatje Malcolm X vermoord en wordt zijn bokslicentie afgenomen. Hierdoor raakt hij aan lager wal om later naar de top terug te keren. Mann neemt hier dus heel wat hooi op zijn vork, zelfs net iets te veel. Ali had een rijkgevuld leven en heel veel dingen worden in deze film aangeraakt, maar niet uitgewerkt. Zo is Ali's ontmoeting met Martin Luther King in een flits voorbij terwijl we er meer over willen weten en ook wordt zijn familiale leven niet bevredigend genoeg uitgewerkt. Het enige personage dat we écht leren kennen is Muhammad Ali zelf. We komen nog met heel wat andere personages in contact, maar voelen op geen enkele manier een band, een verwantschap. Het wordt ons allemaal nogal fragmentarisch meegedeeld en daardoor blijft de karakterontwikkeling op de vlakte. Spijtig. Daarentegen zijn er wel scènes die dan weer veel te lang zijn. Een voorbeeld hiervan is de openingsscène waarin we fragmenten uit Cassius' jeugd zien, ondersteund door de wondermooie muziek van Sam Cooke die in 1964 zou sterven. Wanneer deze scène met de helft zou zijn ingekort, zou het al ruim voldoende zijn geweest. Ook de scène waarin Will Smith jogt in Zaïre is veel te lang en ook de bokswedstrijden (die vaak de tien minuten overschrijden) zijn veel te lang. Een pluim voor Will Smith. Hij stijgt in deze film als het ware boven zichzelf uit. De rollen die hij al eerder vertolkt heeft zoals bijvoorbeeld ‘Independence Day', ‘Men In Black' (de eerste en de tweede) ‘I Robot' of ‘Bad Boys' (ook hier de eerste en de tweede), waren om, laat ons eerlijk zijn, zo snel mogelijk te vergeten. In deze film toont Smith voor het eerst dat hij echt wel kan acteren. Akkoord, Smith is niet bepaald een Ali-look-a-like, maar hij heeft toch al een hele evolutie doorgemaakt: voor deze film heeft hij namelijk maar liefst 12 kilogram aan spieren bij moeten kweken. De scène die bewijst dat Will Smith goed kan acteren, en ook de scène die me het meest bijgebleven is, is diegene waarin Ali te horen krijgt dat zijn goede vriend Malcolm X doodgeschoten is. Hij begint niet te janken en te brullen als een speenvarken, maar zet zijn auto rustig aan de kant en laat twee tranen over zijn wangen rollen. Fenomenaal gewoon. Ook het camerawerk is in deze Mannfilm wederom fenomenaal. Door de camera van Mann krijg je het gevoel alsof je zelf bij deze wedstrijd aanwezig bent. De spanning zal stijgen enkel en alleen al door het camerawerk. Akkoord, er zijn al heel wat boksfilms gemaakt, maar ‘Ali' is geen ordinaire boksfilm. Ik zou ‘Ali' eerder durven vergelijken met het geniale ‘Raging Bull' of ‘Million Dollar Baby' dan met een film als ‘Rocky'. In tegenstelling tot in ‘Rocky' wordt hier het hoofdpersonage, Ali, niet op een voetstuk geplaatst en voorgesteld als onkwetsbare halfgod. Integendeel, hij is heel menselijk en heeft ook een aantal slechte eigenschappen. Zo is hij bijvoorbeeld niet bepaald bescheiden ("when you're as great as I am, it's hard to be humble"), ontrouw en onbeleefd. Dat is dan meteen ook de reden waarom de film in de VS maar koeltjes onthaald werd. De Amerikanen houden nu eenmaal wel van die biopics waarin mensen verheven worden tot bovennatuurlijke wezens. ‘Ali' is al bij al een degelijke film waar toch wel wat op aan te merken valt. Aan Will Smith (maar ook Jamie Foxx en John Voight) zal het niet gelegen hebben: zij leveren uitstekend werk af. ‘Ali' werd genomineerd voor twee Oscars en is ook de enige film die Muhammad Ali, naar eigen zeggen, toont zoals hij echt is.

Publié le 25 mars 2006
In 1991 maakte Jean-Pierre Jeunet reeds indruk met zijn film ‘Delicatessen'. In 1997 echter ontgoochelde de cineast de wereld zwaar toen zijn film ‘Alien: Resurrection" in de filmzalen verscheen. Recent nog, in het jaar 2004 leverde hij ‘Un Long Dimanche De Fiançailles' af, maar zijn onbestreden chef d'oeuvre maakte hij kenbaar aan de wereld in 2001. Toen verraste Jeunet vriend en vijand met ‘Le Fabuleux Destin d'Amelie Poulain'. De titel is geweldig geschikt om je Franse tongval op te oefenen. Het is echt leuk om deze titel ettelijke malen na elkaar te zeggen, maar diegenen onder ons die geen kennis van het Frans hebben vonden dit vrij vervelend. Daarom heeft de film de verkorte titel ‘Amelie' met zich meegekregen of zelfs de alternatieve titel ‘Amelie from Montmarte'. We bevinden ons in het hedendaagse Parijs, meerbepaald in de wijk die bruist van de romantiek, Montmartre. Het verhaal speelt zich af rond één hoofdpersonage: Amelie Poulain. Amelie heeft niet bepaald een gelukkige jeugd gehad: ze heeft een gebrek aan sociaal contact ervaren doordat ze niet naar school kon gaan. De oorzaak? Een ziekte die ze niet had. Door het tekort aan sociaal contact heeft Amelie een zeer uitgebreide fantasie. Amelie verloor haar moeder op jonge leeftijd doordat ze verpletterd werd door een vrouw die het leven beu was. Op een dag vindt Amelie een sigarendoosje met spulletjes die toebehoorden aan een kind dat ooit in een ver verleden, zo'n veertigjaar terg in de tijd, in de flat heeft gewoond waar Amelie nu woont. Ze besluit om de eigenaar op te sporen om hem gelukkig te maken. Wanneer dit ook effectief het beoogde resultaat heeft, besluit Amelie om haar leven te wijden aan het gelukkig maken van mensen. Daarbij vergeet ze echter wel om zichzelf gelukkig te maken. Wanneer ze verliefd wordt, zet een oude schilder haar aan het denken. Op het eerste zicht een weinig bijzonder liefdesverhaal en dat is ook zo. Maar de andere elementen in de film zorgen voor een aparte ervaring. De film zit vol met surrealistische en esthetisch geniale vondsten. Zo heb je bijvoorbeeld de geweldige introductie. Daarin wordt, met duidelijk oog voor detail, welke gebeurtenissen zich voordoen op hetzelfde moment. Ook worden de mensen uit Amelies omgeving, met hun vreemde trekjes, aan ons voorgesteld. Er wordt ons op een enorm originele manier verteld waar deze personen van houden en wat ze verachten. Verder is het een echte feel good-movie. De felle, vrolijke kleuren en de enorme dosis aan fantasie dragen hier zeker tot bij, maar ook het, in de film, steeds zonnige Parijs en natuurlijk ook de ontwapenende grote ogen en de brede glimlach van een uitstekend gecaste Audrey Tautou. Je voelt je echt vrolijk na het bekijken van deze film. Een veel geuite kritiek op de film is dat het leven in deze film wat té vrolijk zou worden voorgesteld. En natuurlijk is het Parijs dat we hier zien niet het échte Parijs, maar dat is ook helemaal niet de bedoeling. Het echte Parijs is enerzijds een stad rijk aan historisch belangrijke gebouwen, een stad met een schat aan cultuur. Maar anderzijds is het Parijs dat we kennen er spijtig genoeg ook een van buitenwijken, armoede, sociaal en moreel verval, geweld en werkloosheid. Dit is net de kant van Parijs die Jeunet ons wil doen vergeten met ‘Le Fabuleux Destin d'Amelie Poulain'. Hij wil de cynici even wijzen op de leuke kant van het leven. Mensen die de andere en ruwe kant van Parijs willen zien, raad ik ‘La Haine' aan, geregisseerd door Mathieu Kassovitz, jawel de tegenspeler van Amelie. Yann Tiersen zorgde voor de prachtige, sfeervolle en typisch Franse muziek. Niemand zal er moeite mee hebben om de accordeon te linken met Parijs. Yann Tiersen is dus overduidelijk geslaagd in zijn taak en heeft een geweldige soundtrack afgeleverd. ‘Le Fabuleux Destin d'Amelie Poulain' werd door iedereen, inclusief de Amerikanen die een grondige hekel hebben aan ondertiteling, enthousiast onthaald. De film werd genomineerd voor 5 Oscars en won de European Film Award voor Beste Film en Beste Regie. De boodschap aan het einde van de film is geen boodschap met een enorm gewicht. Er wordt ons gewoon verteld dat we het beste moeten proberen te maken van ons liefde, dat we op bepaalde momenten keuzes zullen moeten maken die misschien wel de rest van onze levensloop bepalen, maar dat je die keuzes ook moet durven maken voor het te laat is. Iedereen die eens verliefd geweest is weet waar ik over praat. De stap zetten om je liefde te bekennen tegen je grote liefde, is vaak niet zo eenvoudig. De angst om gekwetst te worden is vaak groter. Na het bekijken van ‘Le Fabuleux Destin d'Amelie Poulain zal deze stap misschien al iets gemakkelijker worden...

Publié le 13 mars 2006
‘Philadelphia' is een ietwat vergeten film uit 1993. De film liet het grote mondiale publiek kennis maken met AIDS, een op dat moment relatief onbekende ziekte. De film lokte veel positieve reacties uit, maar een grote overwinning bij de Oscaruitreikingen van dat jaar bleef uit. Enkel in de categorieën Beste Acteur (Tom Hanks) en Beste Soundtrack (‘Streets Of Philadelphia' van Bruce Springsteen) werd ‘Philadelphia' overwinnaar. De grote slokkop van dat jaar, met 12 nominaties en 7 effectieve Oscars, was echter ‘Schindler's List'. Twee sociaal geëngageerde films met een duidelijk niveauverschil. Dit is hoogstwaarschijnlijk dan ook de verklaring waarom ‘Philadelphia' niet meer van de meest prestigieuze filmprijzen ter wereld binnen haalde. ‘Philadelphia' draait rond Andrew Beckett en Joe Miller. Het zijn allebei jonge succesvolle en ambitieuze juristen. Ze verschillen echter dag en nacht: Joe Miller is een zwarte armeluisjurist die door middel van tv-spotjes zijn klanten aantrekt. Andrew Beckett daarentegen is blank, heeft gestudeerd op een prestigieuze universiteit en werkt voor een van de grootste en meest belangrijke advocatenkantoren van Philadelphia. Andrew Beckett is daarnaast ook homoseksueel en aids-patiënt. Beckett krijgt van Charles Wheeler, zijn mentor, een flinke promotie in de schoot geworpen. Hij krijgt meteen een zeer belangrijke, misschien wel de allerbelangrijkste zaak toegewezen. Plotseling ‘verdwijnt' er een belangrijk document op een cruciaal moment en wordt Beckett ontslagen wegens incompetentie. Beckett vermoedt echter dat de ware reden van zijn ontslag zijn ziekte is en hij besluit om zijn voormalig werkgever een proces aan te spannen wegens discriminatie. Tegenwoordig worden er pas (en vooral) te onpas remakes van films gemaakt (denk maar aan ‘The Pink Panther', een film die absoluut NIET aan een remake toe was), maar films waar men dan eigenlijk een remake van zou moeten maken, laten de productiehuizen lekker links liggen. ‘Philadelphia' is nu eens een film waar wél een remake van zou mogen gemaakt worden. In de dertien jaar die ondertussen verstreken zijn, hebben we heel wat bijgeleerd over de ziekte AIDS genaamd. Toen deze film werd gemaakt, stond het onderzoek echter nog in de kinderschoenen. Er wordt dus een volledig verkeerd beeld van de ziekte gegeven. Ook het cliché dat enkel homoseksuelen besmet zijn met het virus, is ondertussen weerlegt. Het grote nadeel van ‘Philadelphia' is dus dat het een degelijke film is, maar zeer tijdsgebonden. Op zich is ‘Philadelphia' een degelijke film met een degelijke cast, maar ook niet meer dan dat. De vertolking van Tom Hanks, die 12 kilogram moest afvallen voor deze film, was goed, maar ook niet meer dan dat. Ik acht zijn prestatie geen Oscar waardig. Denzel Washington acteert goed, maar is dan weer niet geloofwaardig. Welke homofobe advocaat gaat een homeseksuele aids-patiënt verdedigen alleen omdat er een wet gebroken is? Juist, geen enkele. Als dan het beeld dat Miller aan het begin van de film heeft zou veranderen door de samenwerking met Andrew Beckett, zou het nog geloofwaardig geweest zijn. Maar ook dat gebeurt niet. Het meest interessante stuk is de rechtzaak. Alleen spijtig dat er zo abrupt een einde aan werd gemaakt. Waar zijn de indrukwekkende eindpleidooien gebleven? De onvermijdelijke pogingen om de jury te imponeren en te manipuleren? Dat miste ik aan deze film. Wat me dan weer wel aanstond aan de film was de boodschap die regisseur Demme de kijker wil meegeven. De maatschappij de dag van vandaag wordt steeds intoleranter, steeds meer bevooroordeeld en steeds meer kleingeestig. Hier moet iets aan gedaan worden. Je gaat niet dood als je in contact komt met mensen die aids hebben en de meeste homoseksuelen zijn mensen als u en ik en geen mensen die in een tarzantanga met een flashy roze pruik op praalwagens staan te dansen tijdens een gay parade. Een speciale vermelding zou ik toch nog wel willen schenken aan de geweldige soundtrack ‘Streets Of Philadelphia' van Bruce Springsteen. Het is en blijft een geweldig nummer en geeft de begingeneriek iets extra mee. Mijn conclusie is dat ‘Philadelphia' eenmaal door iedereen bekeken moet worden om de boodschap die erin zit, eruit te halen. Wat betreft acteerprestaties is de film aanvaardbaar, maar niet meer dan dat. Het spijtige van deze film is dat de film zo tijdsgebonden is.

Publié le 12 mars 2006
Wat me opvalt is hoe weinig mensen ‘The Insider' daadwerkelijk gezien hebben of zelfs nog maar kennen. Nochtans zou elk mens deze film minstens eenmaal in zijn leven gezien moeten hebben. Elke roker zou willen stoppen met roken wanneer de aftiteling over het scherm rolt en elke niet-roker is nog maar eens gesteund in zijn stelling dat hij zeker nooit moet beginnen met roken. Roken brengt de gezondheid ernstige schade toe. Dat is algemeen bekend en tegenwoordig zelfs te lezen op elk pakje sigaretten. Waarom blijven er dan toch nog zoveel rokers? ‘The Insider' oppert een verklaring. Michael Mann, die we nog kennen van de sublieme gangsterfilm ‘Heat', kreeg de regie in handen voor deze film die in 2000 genomineerd was voor maar liefst zeven Oscars, maar er spijtig genoeg uiteindelijk geen won. Waar het precies om gaat is het volgende: gezondheidsdeskundige en wetenschapper Wigand wordt ontslagen bij tabaksgigant Brown & Williamson, nadat hij zijn ongenoegen heeft geuit wat het gevoerde beleid betreft. Hij heeft namelijk ontdekt dat het bedrijf bepaalde chemische stoffen toevoegt aan sigaretten die het praktisch onmogelijk maken om te stoppen met roken, stoffen die het roken nog verslavender maken zodat de inkomsten van de tabaksgiganten verzekerd zijn en verzekerd blijven. Jeffery Wigand heeft echter een geheimhouding getekend en kan dus niet naar buiten komen met zijn verhaal. Dat is echter wel buiten Lowell Bergman gerekend. Bergman is een producent van het populaire en alom gerespecteerde actualiteitenprogramma '60 minutes', lopend op de televisiezender CBS. Hij is het die Wigand uiteindelijk weet te overtuigen om zijn zwijgplicht te doorbreken en een interview af te leggen voor zijn programma. 'The Insider' duurt 150 minuten, maar verveelt geen moment. De film kan ook rekenen op een uitstekende cast. Russell Crowe is geloofwaardig als Wigand. Hij overtuigt ons van zijn hopeloosheid. Hij raakt immers alles kwijt: zijn werk, zijn huis en vervolgens ook nog zijn gezin. Hij heeft ook bescherming en moet voortdurend vrezen voor zijn eigen leven. Wanneer blijkt dat het interview, waarvoor hij alles heeft moeten opgeven, uiteindelijk niet uitgezonden zal worden, is hij de wanhoop nabij. Een fantastische rol dus die hem een welverdiende Oscarnominatie opleverde. Ook Al Pacino doet het prima als eigenzinnige producent Lowell Bergman die sceptisch in het leven staat en zich door niemand de wet laat voorschrijven, maar vooral Christopher Plummer als interviewer Mike Wallace was de best mogelijke keuze. Deze film is gebaseerd op waargebeurde feiten. Deze keer is het echter geen roman, toneelstuk of iets dergelijks dat werd aangepast, maar wel een artikel van Marie Brenner. Het artikel,met de veelzeggende titel 'The Man Who Knew Too Much', verscheen in Vanity Fair. Uiteraard zijn bepaalde zaken wel gedramatiseerd. ‘The Insider' is echter wel meer dan zomaar een amusante (rechtbank)thriller. Het is ook een film die je doet nadenken over bepaalde zaken. Is het bijvoorbeeld waar dat de tabakgiganten bewust verslavende middelen toevoegen aan hun product en zo ja, hoe kunnen ze gestopt worden? Ook kunnen we de vraag stellen bij de corruptie in deze film. Zijn er nog eerlijke mensen in deze wereld of is iedereen omkoopbaar als je maar met voldoende geld over de brug komt? En, last but not least, hoe zit met de persvrijheid en met de zwijgplicht? Moeten we zaken die onze medemensen in gevaar brengen verzwijgen onder druk van dreigementen en rechtzaken of moeten we de kans krijgen om met elk verhaal naar buiten te komen? Allemaal vragen die je jezelf stellen kan na het bekijken van ‘The Insider' en allemaal vragen waar nog urenlang over gediscussieerd kan worden. ‘The insider' is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Jeffrey Wigland, de man die er voor heeft gezorgd dat de tabaksindustrie meer dan 246 miljard dollar aan schadeclaims heeft moeten betalen. Dit als gevolg van de rechtszaak die de staat Mississippi, samen met maar liefst 49 andere staten, heeft gevoerd tegen de Zeven Dwergen, de verzamelnaam voor de zeven grootste tabakbedrijven. Dat de film uiteindelijk geen van zijn zeven oscarnominaties effectief kon omzetten in een gouden beeldje is echt te betreuren. Het verhaal is en blijft actueel en de acteerprestaties zijn geweldig. Een film die iedereen zou moeten bekijken.

Newsletter Cinebel

Suivez Cinebel