gv1986

gv1986
  • Membre depuis le 07/05/2006
  • Nombre de critiques : 44
Publié le 18 février 2006
Toen in 1994 te Rwanda, een voormalige Belgische kolonie, de meest geconcentreerde volkerenmoord sinds WO II plaatsvond, werd daar in het Westen nauwelijks notie van genomen. Erger nog: men sloot collectief de ogen. De burgers die hulp verwachten van het rijke Westen in het algemeen en de VN in het bijzonder blijven op hun honger zitten. Na de dood van tien Belgische VN-soldaten keert de internationale gemeenschap zich geheel van Rwanda en diens problemen af te keren. De VN trekt zich hierop terug uit het gebied en geeft zo de Hutu de kans om alle Tutsi af te slachten. Wanneer een delegatie VN-soldaten even later bij het hotel arriveert is dat dan ook niet om de vrede te herstellen, maar om alle buitenlanders (blanken) veilig op het vliegtuig naar huis te zetten. De Rwandezen mogen het verder zelf uitzoeken. Vol verbittering legt (fictieve) kolonel Oliver de hotelmanager uit waarom niemand zal ingrijpen met volgend aangrijpend citaat: "The West, all the superpowers... They think you're dirt, Paul... You're not even a nigger. You're African." Het resultaat: bijna 1 miljoen doden in amper drie maanden, waarvan 250.000 in de eerste twee weken. De droevige periodes uit de wereldgeschiedenis, ze gaan terug tot het begin van de mensheid en zullen er waarschijnlijk nog steeds zijn de dag waarop de mensheid verdwenen zal zijn. Als opener van een film kan dit al tellen. vrolijk zullen we er in ieder geval niet van worden, maar dat is ook niet de bedoeling van deze film. ‘Hotel Rwanda' toont immers aan dat mensen in staat zijn tot de grootste sadistische daden bij andere mensen, maar gelukkig toont de film ook dat we niet allemaal zo zijn. ‘Hotel Rwanda' toont dat er altijd mensen zijn die niet meegaan in het kwaad, ze staan op en bieden weerstand Regisseur Terry George, die het script schreef voor ondermeer ‘In The Name Of The Father', wil ons, de westerlingen, confronteren met ons onmenselijke gedrag ten tijde van de genocide in Rwanda. Om dit te tonen, neemt hij het op ware gebeurtenissen gebasseerde verhaal van Hutu Paul Rusesabagina als leidraad. Rusesabinga, zelf een Tutsi is getrouwd met een Hutu. Wanneer de Hutu's op wraak zinnen omdat hun president omgekomen is toen zijn vliegtuig beschoten werd, is Paul genoodzaakt om zijn gezin te beschermen tegen de Hutu's. Wanneer hij met eigen ogen ziet hoe zijn buren worden vermoord, beseft hij hoe ernstig de situatie werkelijk is. Paul was in die tijd manager van het succesvolle en luxueuze hotel ‘Mille Collines' in Kigali en wil dan ook iets doen. Hij redde uiteindelijk 1200 Tutsi's het leven door ze onder te brengen in zijn hotel, wachtend op hulp van de VN. Terry George als regisseur was het beste wat de film kon overkomen. Hij weigert bijvoorbeeld radicaal om de gruwelijkheden in beeld te brengen. Hij kiest in plaats daarvan voor de suggestie en de dreiging en vindt het niet nodig om de kijker ook nog eens te laten zien hoe wreed de genocide was. Dat maakt de film alleen maar nog unieker. Dat ‘Hotel Rwanda' er daadwerkelijk in slaagt om onze ogen te openen voor wat we toen niet wilden zien, is grotendeels te danken aan Don Cheadle, die terecht een Oscarnominatie ontving voor zijn vertolking van Rusesabagina. Hij laat Rusesabagina niet plots boven zichzelf uitstijgen en veranderen in een onbevreesde superheld met onwankelbare principes. Integendeel. We zien hoe hij vleierij, omkoping en chantage inzet om degenen met bloed aan hun handen zover te krijgen dat ze het hotel en de toegestroomde Tutsi-vluchtelingen met rust laten. ‘Hotel Rwanda' is een moedige film. Het is immers nog niet zo heel lang geleden dat deze feiten zich hebben afgespeeld en er zijn vandaag nog steeds problemen in Rwanda. Het sterke van de film vind ik dat de massaslachting niet expliciet in beeld wordt gebracht en je toch weet te overtuigen van de gruwelijkheden. Verder is Don Cheadle zeer overtuigend als Paul Rusesabagina. Hij laat een diepe indruk achter. Maar de film gaat verder: na afloof vraag je jezelf af waarom zulke dingen gebeuren. Het antwoord ligt gedeeltelijk in het verleden (kolonisatie), maar ook in het heden (gebrek aan oplossingen) en in de toekomst (het moeten blijven vechten voor vrede). ‘Hotel Rwanda' is een sterke film je doet beseffent dat er nog vele jaren te gaan zijn voor iedereen op deze aardbol in harmonie met elkaar zal kunnen samenleven. Een droom die waarschijnlijk nooit werkelijkheid zal worden.

Publié le 10 février 2006
Buitenspel, een voetbalterm. Veel mensen weten niet eens wat het is. Wel, ik ga het proberen uit te leggen voor ik de nieuwste film van Jan Verheyen bekritiseer. Als de spits van de ene ploeg voorbij de laatste verdediger van de andere ploeg staat op het moment dat die spits aangespeeld wordt door een medespeler, dan staat deze buitenspel. Zo moeilijk is het niet, toch? Wat vele mensen niet weten is dat deze titel al een keer werd overwogen als titel en wel voor de eerste ‘Team Spirit' Zoek dus geen diepzinnige betekenissen achter de titel (ook al kan ik er gemakkelijk eentje vinden). Dit weetje wijst erop dat we enkel maar hoeven te weten dat voetbal een belangrijke rol speelt in de film. ‘Buitenspel' is trouwens (net als ‘Team Spirit') een remake van een Nederlandse film. In Nederland werd ‘Buitenspel' ‘In Oranje' gedoopt en scheerde daar hoge toppen. Nu laten we de technische voetbaltermen en de weetjes links liggen en ik ga u vertellen of de nieuwste Jan Verheyen een voltreffer of een miskleun is. Wel, eigenlijk schommelt de film ergens tussen die twee uitersten in. De film wordt gedragen door een onbekend talent. Het hoofdpersonage is de 13-jarige Gilles, gespeeld door een verrassend goede Ilya Van Malderghem, een voetbalfanaat wiens vader Bert (Filip Peeters) steeds vurig aan de lijn staat te supporteren. Bert ziet immers dat zijn zoon barst van het talent en wil dat zijn zoon bereikt wat zijn vader nooit kon bereiken: een selectie voor de jeugdploeg van de Rode Duivels. Berts droom werd destijds aan diggelen geslagen door een knieblessure. Maar dan, totaal onverwacht, sterft Bert en het leven van Gilles stort in elkaar. Niet alleen verliest hij zijn vader, zijn vriend, zijn supporter en zijn trainer, er komen ook nogal wat financiële lijken uit de kast vallen. Nu, laten we eerlijk zijn, ‘Buitenspel' is al een betere film dan het eerdere werk van Verheyen (uitgezonderd ‘Alles Moet Weg') In technisch opzicht is de film acceptabel..De frisse look bezorgt je een goed gevoel, ook al is het verhaal niet zo optimistisch. Ook gaat de film vooruit. De vlotte montage, de voetbalfragmenten en vlotte beelden geven een zekere vaart aan de film. Jan Leyers zorgt op zijn beurt voor een sfeervolle en mooie soundtrack. Een volgende positieve punt is de cast en diens acteerprestaties. We zien wat er in Vlaanderen aan talent rondloopt de revue passeren, ook al is het maar heel even. We zien Stany Crets en Peter Van Den Begin, Peter Bulckaen, maar de echt noemenswaardige prestaties zijn toch voor de acceptabele Filip Peeters, een aangrijpende Joke Devinck en een sterke Ilya Van Maldeghem die gekozen werd uit maar liefst 1500 kerels. Wat me wél stoorde aan de film was het personage Marc genaamd, vertolkt door Kris Piekaerts. Het personage voegt helemaal niets toe aan de film en we zouden het niet gemist hebben als Marc niet in de film zou opgedoken zijn. Wat is dit? Een publiciteitsstunt? Inderdaad. Het scenario van de film is ook zo melig en banaal dat het saai wordt en voorspelbaar van begin tot eind. We krijgen weinig of geen originele situaties te zien en ook de acties van de personages zijn voorspelbaar. De verstandelijk gehandicapte met goede bedoelingen, het perfect geïntegreerde migrantenkind, de vriend van de vader die met diens vrouw aanpapt of de moeder die zich veel te snel na de dood van haar man laat inpalmen door een andere man, we hebben het allemaal al tientallen keren gezien. Maar over de hele lijn gezien ben ik tevreden over ‘Buitenspel'. OK, het verhaaltje is voorspelbaar en akkoord je zou beter naar een Vlaamse film gaan met een écht verhaal en met uitgediepte personages (inderdaad ik heb het over ‘Een Ander Zijn Geluk'), maar ‘Buitenspel' is verteerbaar. ‘Buitenspel' is net als de Team Spirit-films een film waarin voetbal een rol speelt, maar het spel is enkel de leidraad om een verhaal te vertellen. Een verhaal over liefde, vriendschap, keuzes en dromen.

Publié le 10 février 2006
Steven Spielberg heeft als filmregisseur al een hele evolutie doorgemaakt. Hij ging van lieve en donzige films vol fantasie als ‘Always' en ‘E.T.' tot alom geprezen films vol energie en keihard realisme zoals ‘Saving Private Ryan' en het onvergetelijke ‘Schindler's List'. Vandaag de dag levert Spielberg opnieuw een topprestatie met 'Munich', de opvolger van het tegenvallende ‘War Of The Worlds'..Een ander verschil is dat Steven Spielberg het met ‘Munich' voor het eerst aandurfde om een politiek getinte film af te leveren. Het is 1972, het jaar van de Olympische Spelen te Munchen. Op 5 september 1972 sluipt een commando van de Palestijnse organisatie Zwarte September het Olympisch dorp in Munchen binnen en neemt er op agressieve wijze het Israëlische paviljoen in. Twee Israëliërs worden meteen vermoord, negen anderen gegijzeld. Het drama komt tot een einde wanneer de terroristen samen met de negen overgebleven gijzelaars om het leven komen tijdens een vluchtpoging van de terroristen. Golda Meir, de toenmalige premier van Israël, besluit om een geheime eenheid op te richten en die naar Europa te sturen om er diegenen die verantwoordelijk waren voor de aanslag, uit te schakelen. Er wordt een lijst opgesteld met elf doelwitten. De operatie (‘De Wraak Van God' genaamd) wordt geleid door Avner die wordt geholpen door vier anderen. Avner leidt op dat moment een gelukkig leven en zijn vrouw zal binnen de twee maanden bevallen van hun eerste kindje. Maar naarmate Avner dichter bij zijn einddoel komt, begint hij meer te twijfelen aan zijn missie. Steven Spielberg laat ‘Munich' beginnen met een indringende registratie van de eerste uren van de gijzelneming door gebruik van archiefbeelden.. Snel gemonteerde beelden van verslaggevers, atleten, Palestijnse terroristen, het thuisfront en internationale reacties volgen elkaar op. De regisseur heeft geen bestaande informatiebronnen (zoals de Mossad) geraadpleegd om zijn scenario te voeden, wat hem door sommige partijen trouwens zwaar wordt aangerekend. Spielberg heeft zich gebasseerd op de roman 'Vengeance' van George Jonas en werkt die informatie verder op zijn eigen manier uit. Hoewel Spielberg zelf een jood is, trekt hij geen partij. Hij brengt wel een duidelijke boodschap: de spiraal van geweld moet eindigen. Er is niemand die het bij het rechte eind heeft. Het nog steeds actuele thema draagt immers bij aan de aantrekkelijkheid van de film. 'Munich' is meer dan een thriller alleen. Spielberg geeft de kijker een niets verhullende blik in de gevolgen van allesvernietigend geweld. Natuurlijk heeft hij met films als 'Schindler's List' en 'Saving Private Ryan' laten zien dat hij agressie in alle gruwelijkheid op film kan vastleggen, maar het slot van een Spielbergfilm is vaak eenzijdig positief en altijd sentimenteel en melig. Met 'Munich' doorbreekt hij deze routine en geeft de hij kijker zijn ongezouten mening over de gestelde problematiek. In ‘Munich' kruisen verschillende dingen elkaar zonder met elkaar te botsen. De film is niet alleen spannend en vol actie, maar is ook nog eens grappig (‘Papa was a rolling stone') en gevoelig zonder melig te worden (‘This is how my voice sounds like, don't forget it.'). Spielberg kan bovendien rekenen op een ijzersterke cast. Geen grote namen die mensen naar de cinema's zullen lokken, maar de sterren van morgen bewijzen wat ze in hun mars hebben: Eric Bana is een brok morele vertwijfeling, maar ook Daniel Craig bewijst dat hij kan acteren en Mathieu Kassovitz, Hanns Zischler en Ciarán Hinds zijn de talenten van de toekomst. De karakters zijn trouwens psychologisch zeer goed uitgewerkt. Avner bijvoorbeeld verandert geleidelijk van een wat softe huisman, door Spielberg getypeerd door zijn kookkunst en zwangere vrouw, in een vechtmachine die niet van ophouden weet. Diezelfde evolutie zien we ook bij de andere hoofdpersonages. Het voelt niet aan alsof ze iets verkeerd doen. Zij doen goed voor hun land. Hun strijd is gerechtvaardig en gelegitimeerd door de gijzeling in München. Maar hoe verder we in de film vorderen, hoe immoreler hun acties worden. In 'Munich' zijn er geen helden, slechts individuen die alleen nog in staat zijn om anderen en ook zichzelf te vernietigen. Als kijker ervaar je ook een wrange smaak als we in de film zien dat de te vermoorden Palestijnen ook maar gewone mensen zijn, huisvaders met vrouwen en kinderen, net zoals de ingehuurde moordenaars dat zijn. Het feit dat Spielberg zijn film laat eindigen in New York met een beeld van de skyline en in de verte de duidelijk zichtbare Twin Towers, voegt nog iets toe aan de film. Het is niet Spielbergs bedoeling om een link te leggen tussen de gebeurtenissen in Munchen 1972 en 9/11, maar wel om ons er als wereld op te wijzen dat terrorisme toen, en nu nog steeds een veel te groot bestanddeel van ons leven is geworden. Meestal met één doel:een eigen land. Mensen zijn bereid, zo leert de actualiteit ons, om iedereen die hen daar van af wil houden te vermoorden. Maar de vraag die we ons moeten stellen na het bekijken van ‘Munich' is: hoe ver kan en mag een land gaan om de moordenaars van hun volk te straffen? En nog belangrijker: is geweld wel een oplossing? Brengt het gebruik van geweld niet alleen maar nog meer geweld met zich mee? Kan wraak ooit tot vrede lijden? Neen dus, en die conclusie klinkt ook duidelijk door in de volgende zin: "There's no peace at the end of this."

Publié le 10 février 2006
Ik ging de filmzaal in met redelijk hoge verwachtingen en kwam de zaal zwaar teleurgesteld weer uit. Graag had ik ‘The Chronicles Of Narnia: The Lion, The Witch And The Wardrobe' hier bejubeld, maar hoe je het ook draait of keert, de feiten zijn er. ‘The Chronicles Of Narnia' is geen goede film. ‘The Chronicles Of Narnia' is een boekenverfilming van C.S. Lewis. In 1950 bracht het boek ‘The Lion, The Witch And The Wardrobe' uit, de eerste uit een serie van zeven boeken: ‘The Chronicles Of Narnia'. Daarmee schiep hij een fantasiewereld die zowel jong als oud kon bekoren. Hij was een beetje de oude J.K. Rowling. Vooral in Amerika kende deze boekenserie veel succes en dat is niet toevallig door de verwijzingen naar het Christendom. In 1963 stierf de man. Door de vrij beperkte dikte van het boek konden de makers heel makkelijk de inhoud van het boek integraal op het witte doek toveren. Vier kinderen worden ten tijde van de Tweede Wereldoorlog bij een oude professor ondergebracht. Daar ontdekt de jongste van de vier, Lucy, een grote kleerkast. Als Lucy zich daarin verstopt, belandt ze geheel onverwacht in een winterlandschap, een nieuwe wereld, waar ze een wonderlijk wezen ontmoet, een faun. Die weet te vertellen dat Lucy in Narnia is. Wanneer ze weer terugkeert naar de echte wereld wil niemand haar geloven. Maar dan halen de vier kattenkwaad uit en tijdens het vluchten, komen ze in de kast, en zo in Narnia, terecht. Daar worden ze gemengd in de oorlog tussen de Witte Heks, die het eeuwig winter wil laten zijn in Narnia, (maar geen Kerst) en de leeuw Aslan, de echte koning. De Witte Heks opent de jacht iop de menskinderen omdat ze bang is dat deze een einde zullen maken aan haar bewind. Dat staat namelijk in een eeuwenoude voorspelling. Ik zal eerst het goede nieuws afwerken, dat is het kortst. Het eerste uur van ‘The Chronicles Of Narnia' is best verteerbaar. De situatie wordt er goed in uiteengezet en er wordt niet overhaast tewerk gegaan. Voor de komische noot zorgen de bevers. Een voorbeeld: op een bepaald moment worden de kinderen en de bevers achtervolgd door de vijand. Zegt de bever: "Kom, deze geheime gang in. Hij leidt naar de dassen." Waarop zijn vrouw: "Hoe, ik dacht dat hij naar je moeder leidde?" Als laatste positieve punt zou ik willen vermelden dat de stem van Aslan perfect gecast werd. Ze wordt ingesproken door Liam Neeson. Een betere keuze had niet gemaakt kunnen worden. Zijn stem klinkt zwaar, vol wijsheid, ervaring en leiderschap en dat is precies het beeld dat we van Aslan krijgen. Tot zover het goede nieuws. Het eerste wat me stoort aan de film is de duidelijk gelovige saus waarmee de film overgoten is: een verlosser, een verrader en een herrijzenis, reken maar dat dit geen toeval is. De diepgelovige Lewis zette kinderen, tussen 1950 en 1956, meeslepende avonturen voor waarbij ze, zonder het te weten, de christelijke leer kregen ingegoten. Wat me ook opviel is dat de landschappen beperkt zijn, té beperkt om een geheel geloofwaardige en in de herinnering blijvende fantasiewereld te kunnen creëren. De achtergronden en landschappen zijn gewoon te beperkt. We zien een sneeuwlandschap of een grasplein en daar blijft het bij. Waarschijnlijk is dit te wijten aan de schrijfstijl van Lewis: in plaats van gedetailleerde beschrijvingen van locaties, wezens en personen te geven (zoals Tolkien deed) laat Lewis het overgrote deel hiervan over aan de lezer zodat de beleving van het boek voor iedereen anders wordt. Zo wordt het natuurlijk moeilijk om zo een wereld op het witte doek te toveren. Verder is het duidelijk merkbaar dat de film in de eerste plaats op kinderen gericht is. De plot is gewoon té mager en voorspelbaar. Veel meer dan vier kinderen en een leeuw tegen de kwade heks houdt de plot niet in, toch? Ik heb ook een paar echt irritante dingen opgemerkt. Bijvoorbeeld dat de oudste telg, Peter, niet eens weet hoe hij een zwaard moet vasthouden, maar enkele minuten later wel twee zwaarden kan ontwijken met een heuse "Matrixmove". Geef toe, dat is gewoon ongeloofwaardig. En let eens goed op. Deze film is bepaalde dingen gaan lenen bij Peter Jackson. De veldslag lijkt verdacht veel op die uit ‘The Two Towers' en ook bepaalde wezens en gebeurtenissen doen een belletje rinkelen. Of deze film een grote rol gaat spelen bij de Oscaruitreikingen? Ik hoop het niet. Of de kinderen onder ons het verhaal leuk vinden? Ik hoop het niet. Of het reeds aangekondigde vervolg een even groot succes wordt dan deze film? Ik hoop het niet. Maar laat niets je tegenhouden om de film eens te gaan bekijken en je eigen mening te vormen over een productie die naar mijn mening beter niet gemaakt was.

Publié le 10 février 2006
Zeven Golden Globe - en vijf Oscarnominaties (waarvan er één Oscar effectief gewonnen werd) en een opbrengst van miljoenen dollars. Dat is het resultaat van ‘Sideways'. Behoorlijk indrukwekkend, vooral als je bedenkt dat dit een relatief kleine productie is die beschikte over een klein budget. Alexander Payne leverde met ‘Sideways' een opmerkelijke film af. U kent dat wel, zo eentje die erin slaagt in je hartje te kruipen en er te blijven. Payne is een redelijk onbekende naam in filmland. Eerdere werken zijn ‘Citizen Ruth', ‘Election' en ‘About Schmidt', maar dit is verreweg zijn beste film tot nu toe. De plot is redelijk eenvoudig te omschrijven: De film gaat over twee vrienden, Miles en Jack. Miles zwoegt al jarenlang als auteur en slaagt er maar niet in om een van zijn romans uitgegeven te krijgen. Ter compensatie is hij leerkracht Engels aan de middelbare school. Miles is sinds zijn scheiding depressief en heeft naast literatuur nog een andere passie: wijn. Hij wil, samen met zijn vriend Jack, een acteur die het nooit écht heeft kunnen maken, een wijntrip maken door Californië. Wanneer ze terug komen zal Jack trouwen. Miles plant een gezellige week met lekker eten, af en toe een partijtje golf en vooral veel wijn. Jack daarentegen beschouwt de week als zijn laatste week in vrijheid en wil nog minstens eenmaal van bil gaan. Jack is vastberaden ook voor de depressieve Miles een knappe vrouw te vinden en wil hem koppelen aan de knappe en intelligente Maya. Op het eerste zicht lijkt dit niet veel bijzonders. Gewoon de zoveelste roadmovie. Vergis je niet. ‘Sideways' is een bedrieglijk vrolijke film, maar is eigenlijk enorm triest en zal je naar de keel grijpen. ‘Sideways' is op bepaalde momenten ook filosofisch en laat je nadenken over je plek op de wereld, over je leven. Zinnen als "Ik ben niet meer dan een duimafdruk op het raam van een wolkenkrabber, een vleugje uitwerpsel golvend naar de zee." zullen je daarbij helpen. De personages zijn ook heel herkenbaar. Dit is natuurlijk voor een groot deel te danken aan de uitstekende acteerprestaties. Het is niet voor niets dat drie van de vier acteurs werden genomineerd voor een Golden Globe. De scène waarin Miles' ex-vrouw hem komt vertellen dat ze hertrouwt is, is hierbij een teken aan de wand. Gedurende enkele seconden zien we de wanhoop op Miles' gezicht en de tranen in zijn ogen. Toch weet hij nog een stralende glimlach op zijn gezicht te toveren. Hier is maar één woord voor: meesterlijk. Van Thomas Haden Church hadden we voordien nog nooit gehoord. Niet verwonderlijk want Payne heeft hem ontdekt. Voordien was hij, net als zijn personage in de film, een B-acteur. Tegenover dit ongewone duo staan twee schitterende vrouwen: Virginia Madsen en Sandra Oh (de echtgenote van Payne). In het begin van de film wordt Miles afgeschilderd als een saaie, depressieve en onzekere man die echt eens over zijn mislukte relatie heen moet komen en moet beseffen dat het leven verder gaat. Als kijker zou je Miles een schop onder zijn achterwerk willen geven wanneer Maya overduidelijk met hem flirt en Miles dit niet ziet of niet wil zien. Toch vinden we Miles niet echt zielig, want hij is een zeer intelligent persoon. Jack daarentegen komt over als een grapjas, een sympathieke vent die geniet van het leven, maar waarbij je niet terecht kan met je problemen en gevoelens. Naarmate de film vordert, herzien we onze mening. Miles blijft dezelfde, maar we krijgen als kijker medelijden met de man. Jack blijkt immers een echte eikel te zijn. Hij heeft er geen moeite mee om zijn vriend op hun langverwachte vakantie in de steek te laten om te kunnen vrijen met een griet die hij amper kent. Bovendien gaat hij op het einde van die week trouwen en is het enige waar hij aan denkt, seks hebben met een andere vrouw. We krijgen, naast Miles, ook medelijden met zijn aanstaande echtgenote Christine. Dit is vrij verwonderlijk, want ze komt amper in beeld en we kennen haar van haar noch pluim. ‘Sideways' zal zeker niet door iedereen gewaardeerd worden. Er zijn mensen die niet verder zullen kunnen zien dan het op het eerste zicht mager verhaaltje. Ten tweede zal er afgeknapt worden op de nogal sterke nadruk die de film legt op wijn en alle snobistisch gedoe rond die drank. Daarnaast moeten mensen die deze film bekijken, niet denken dat ze zich voortdurend krom gaan lachen. ‘Sideways' is vaak grappig, maar is en blijft een zwarte komedie. Ook heeft ‘Sideways' een nogal traag tempo waarop mensen zullen afknappen. Dit om de grote aanwezigheid van dramatiek in de film te benadrukken. ‘Sideways' is een heel eenvoudige, van echte emoties doordrongen film over vriendschap, liefde, trouw, verlangen en vooral wijn. De film ziet zwart van humor en cynisme en gaat bovendien erg traag. De film zal dan ook maar door een beperkt publiek gewaardeerd worden. Eigenlijk heeft Payne hier gewoon het leven geschilderd, dat duidelijk niet altijd even gemakkelijk en rooskleurig is. ‘Sideways' kreeg maar liefst vijf oscarnominaties, maar won er spijtig genoeg slechts een. Een echte aanrader.

Newsletter Cinebel

Suivez Cinebel