Actualités

Cyclus 'Joan Crawford' in de CINEMATEK !

Publié le 3 avril 2012 dans Cinéphiles

Joan Crawford was een van die iconische actrices uit de gouden tijd van Hollywood die elk jaar een beetje meer vergeten worden.
CINEMATEK presenteert u met veel genoegen een uitgesponnen retrospectieve die meer dan vier decennia overspant. Die priemende blik! Dat verbeten trekje om de mond! Die ontzag inboezemende stem! Dames en heren, Joan Crawford!

Truth is stranger than fiction: twee zussen, ooit gevierde actrices, die mekaar haten, maar ook van elkaar afhankelijk zijn, pesten elkaar het bloed onder de nagels vandaan in What ever happened to Baby Jane? van Robert Aldrich, een ijzingwekkende psychologische thriller uit 1962. De twee vergane gloriën worden gespeeld door twee actrices die elkaar rauw lustten en wier carrière op dat punt over haar hoogtepunt heen was: Bette Davis en Joan Crawford. Davis zei over haar collega dat ze een star was in plaats van, zoals zijzelf, een actrice. En ook: "Ze is met elke acteur van MGM tussen de lakens gedoken. Behalve met Lassie." Waarop Crawford: "Ze heeft haar carrière te danken aan haar maniërisme, niet aan haar acteertalent." Dat moet een fijne tournage geweest zijn.

Het is een beetje vreemd dat Davis zo bevreesd was voor Crawford, want eerstgenoemde had sneller groter succes dan haar collega. Die moest wachten tot 1945 en haar verbluffende hoofdrol in Mildred Pierce, over een moeder die zich wegcijfert voor haar dochter, vooraleer ze door Hollywood definitief tot het pantheon van de allergrootsten binnengeleid wordt. De ironie is dat ze daarvoor had moeten verlaten: de studio die haar jaren eerder in de etalage had proberen te zetten als, jawel, star, maar vrij snel besefte dat Crawford niet de natuurlijke gratie van een Greta Garbo of het sexappeal van een Jean Harlow bezat. Maakte dat haar een minder goede actrice? Zeker niet. In 1931 al speelde ze de arme Clark Gable van het scherm in Clarence Browns sidderend melodrama Possessed, twee jaar later deed ze hetzelfde met Gary Cooper in Today we live van Howard Hawks, en kort nadien lapte ze het Gable opnieuw in Chained. En misschien had MGM wat meer vertrouwen moeten hebben in de présence van Crawford, want als haar schoonheid toch ten volle werd uitgespeeld, zoals in The shining hour van Frank Borzage of I live my life van W.S. Van Dyke, bleek die wel degelijk van het scherm te spatten.

Crawford werd zelden gecast in komedies, maar als ze de kans kreeg— zoals in het satirische The women van George Cukor — bewees ze dat ze probleemloos haar mannetje kon staan. Desondanks werd ze vooral gevraagd om de taaie tante te spelen, wat ze te danken had aan haar priemende blik, die heel lichtjes, maar vervaarlijk opkrullende mondhoeken en uiteraard die stem die zelfs een roedel wolven zou doen terugdeinzen. Zie, bijvoorbeeld, The damned don't cry!, The shining hour, Mannequin en natuurlijk Flamingo Road — films waarin ze vrouwen vertolkt die aan hun verpauperde milieu proberen te ontsnappen, het soort rol dat haar op het lijf geschreven leek. In de jaren 50 had ze het lastig, zoals veel sterren uit de eerste decenniën van de geluidsfilm, om zich op het voorplan te handhaven, al tekende ze in 1954 wel voor een van haar meest iconische vertolkingen: Vienna in Johnny Guitar, de waanzinnige, excessieve, barokke western waarin Nicholas Ray de grenzen van het genre op hun rekbaarheid test. Uiteraard is ook haar Blanche Hudson uit What ever happened to Baby Jane? een vertolking die op het netvlies van elke toeschouwer gebrand blijft. Bette Davis had gelijk: Crawford was een star. Al vergiste ze zich ook: Crawford was ook een verbluffende actrice.

CINEMATEK presenteert u de komende maanden enkele films die dat bewijzen.

Klik hier voor een blik op de volledige programmatie.

Personnalités liées

Avis des internautesdu film

Vous devez être connecté pour ajouter une critique Créez un compte
Soyez le premier à publier une critique

Newsletter Cinebel

Partager

Suivez Cinebel